Koeling afstellen
De koeling écht goed afstellen is vrij lastig en vereist een hoop werk en controle. Daarnaast is toegang tot meerdere instalateursinstellingen vereist en is elke ondervloer anders.
Echter is er ook al een hoop te bereiken zonder installateursinstellingen.
Verwarming uitschakelen
In sommige gevalen kan het voor een stabiele en voorspelbare (koel)temperatuur helpen om de verwarming handmatig uit te schakelen in de zomer. Op dezelfde manier raad de handleiding óók aan om koeling juist in de winter uit handmatig uit te zetten.
Dit kun je zelf aanpassen op de RBE+ thermostaat in de woonkamer:
- Swipe naar links of rechts tot je links onderin een icoontje met een "radiatoortje" ziet.
- Klik daarop
- swipe omhoog en selecteer "uit"
vergeet dit niet in de winter/najaar weer om te zetten in automatisch
!
Buiten Inschakel-Temperatuur
Standaard staat koeling-inschakeltemperatuur voor de buitentemperatuursensor op 19 of 20 graden. In praktijk is het in de zomer handig om nét iets eerder te gaan inschakelen: 18 of 19 graden.
Dit kun je zelf aanpassen op de RBE+ thermostaat in de woonkamer:
- Swipe naar links of rechts tot je links onderin een icoontje met een "sneeuwvlokje" ziet.
- Klik rechts daarvan op het tandwieltje
- Selecteer
koelen vanaf buitentemp
- Stel dit in op 18 of 19 graden
Binnen Inschakel-Temperatuur
Standaard wordt vloerkoeling pas "toegestaan" bij een ruimtetemperatuur vanaf 20 of 21 graden. Dit staat los van de ingestelde algemene temperatuur. Het is van belang dit altijd op de minimale stand te hebben staan: 20 graden.
Dit kun je zelf controlleren en aanpassen op de RBE+ thermostaat in de woonkamer:
- Swipe naar links of rechts tot je links onderin een icoontje met een "sneeuwvlokje" ziet.
- Klik rechts daarvan op het tandwieltje
- Selecteer
koelen vanaf binnen temp
- Stel dit in op 20 graden
Kalibratie Woonkamer
In praktijk blijken de slaapkamers in de zomer(!) minder snel af te koelen dan beneden. Dit verschil is, zelfs bij goede afstelling van het koelsysteem, nog ongeveer 0.5-1 graden.
Om dit te compenseren, kan je de woonkamer 0.5 tot 1 graad omhoog kalibreren in de zomer. Dat betekend dat de ketel "denkt" dat het iets warmer is dan dat het is.
- Swipe naar links of rechts tot je een lijstje met instellingen ziet, waaronder
kalibreren ruimtevoeler
- Tik op
kalibreren ruimtevoeler
- Stel dit in op 0.5 of 1.0 graden (letop: + graden, niet - graden!)
Invloedsfactor RuimteTemperatuur
Hoe warmer het is in de kamer, hoe kouder de vloer wordt om de kamer niet te warm te laten worden. Dit is geregeld met de "invloedsfactor ruimtetemperatuur"
Standaard staat deze op 100%, maar het is veilig te verhogen tot 200%. Dit zorgt er vooral in de ochtend, vroege middag mooi laag blijft, als voorbereiding op een warme dag.
Om deze instelling te wijzigen:
- Open de trapkast en draai aan de draaiknop van de warmtepomp om het scherm te activeren.
- Zorg dat je op het beginscherm bent met meerdere icoontjes onderin. Als dat niet zo is, draai aan de knop en selectuur het pijltje rechts onderin en selecteer dit door de knop in te drukken.
- Selectuur het icoontje met de "steeksleutel", door te draaien en de knop in te drukken
- Selecteer `instelling" en druk de knop in
- Draai en Selecteer
RBE
en druk de knop in om het menu te openen - Selecteer
Invloedsfactor RT
en druk de knop in - Stel deze in naar wens en druk de knop in
- Draai tot je het vinkje selecteerd en druk de knop in
- Het pijltje links onderin zal geselecteerd worden, druk de knop in om uit dit menu te gaan.
Hysterese Koeling
Alhoewel er best winsten te behalen kunnen zijn met de "Hysterese Koeling", is op dit moment niet volledig duidelijk hoe deze setting invloed heeft op het koelgedrag van de specifieke warmtepompen in deze straat. Dit komt er vooral door, dat in de handleiding (Regelunit, deel 2) staat vermeld dat dit enkel gebruikt zou worden voor "active koeling", waar onze huizen eigenlijk alleen werken dmv. passive koeling.
Minimale KoelWater Temperatuur
De koelingstemperatuur is bij oplevering erg "veilig" afgesteld op 18 graden, dit houd in dat er geen condens kan optreden nagenoeg ongeacht welke vloer men neerlegt. Dit betekend echter dat bij veel vloersoorten de koeling niet voldoende werkt om het huis écht koel te houden.
Helaas kan met standaard dit niet verder verlagen, omdat de veiligheidsinstelling "minimale koelwater temperatuur" op 18 graden staat. Deze instelling verbied watertemperaturen onder de 18 graden.
Een te lage koel-water temperatuur, gecombineerd met een hoge luchtvochtigheid en/of kamertemperatuur kan condensvorming op de vloer veroorzaken. Bij niet verlijmde vloeren, kan deze condensvorming óók onder de vloer optreden. Controlleer bij aanpassing daarom regelmatig de temperatuur en condensvorming onder de losgelegde vloeren op meerdere plekken.
Het is Cruciaal om condensvorming te voorkomen. De vloer mag NOOIT onder de 17 graden komen, meet dit ALTIJD na met een goede (infrarood) thermometer.
Voor de meeste vloeren kan de minimum koelwater temperatuur vrij veilig worden verlaagd van 18 naar 17 graden. Een vrij onbekende "bug" hierin, is dat de watertemperatuur in praktijk 0.5 kouder(!) kan zijn, dan de daadwerkelijke minimum watertemperatuur.
In sommige vloeren, zoals tegels, kan dit verder worden verlaagd tot zelfs 16 graden. Dit vereist wel dat men een verlijmde vloer heeft en goed toezicht houd op vloertemperatuur en condensvorming.
Waarschuwing: Dit betreft een installateursinstelling, instellingen die beschikbaar komen met de installateurscode kunnen schade veroorzaken
Om deze instelling te wijzigen:
- Open de trapkast en draai aan de draaiknop van de warmtepomp om het scherm te activeren.
- Zorg dat je op het beginscherm bent met meerdere icoontjes onderin. Als dat niet zo is, draai aan de knop en selectuur het pijltje rechts onderin en selecteer dit door de knop in te drukken.
- Selectuur het icoontje met de "steeksleutel", door te draaien en de knop in te drukken
- Selecteer `instelling" en druk de knop in
- Selecteer
datatoegang
- klik vervolgens op elk van de 4 vakjes en verdraai ze tot er
9445
staat. - Draai daarna tot het vinkje geselecteerd staat en druk op de knop
- Er zal
installateur
in het schermpje verschijnen en het pijltje linksonderin zal oplichten - Druk op de knop (met het opgelichte pijltje op het scherm) om naar het vorige menu terug te gaan
- Selecteer
temperaturen
en druk op de knop om het menu te openen - Selecteer
min. aanvoer koeling
, druk op de knop, draai tot er17
staat. - Druk op de knop om de nieuwe hysterese temperatuur de bevestigen.
- Draai de knop rond, tot deze helemaal onderaan het vinkje doet oplichten, Druk op de knop
- het pijltje naar links zal oplichten, druk wederom op de knop om een menu terug te gaan
- Draai tot
datatoegang
oplicht en open dit menu door op de knop te drukken - Draai gelijk tot het vinkje oplicht en druk op de knop, de
installateur
tekst zal verdwijnen en de warmtepomp is nu weer "veilig" op slot.
Ingestelde KoelWater Temperatuur
Als de minimale koelwater temperatuur is aangepast, kan men tevens de daadwerkelijk "ingstelde" koelwater temperatuur aanpassen. Hiervoor hoeft men geen installateursinstellingen te bedienen. Echter, als je eerder de minimale temperatuur hebt verlaagd, geld bovenstaande waarschuwing OOK hiervoer.
Om deze instelling te wijzigen:
- Open de trapkast en draai aan de draaiknop van de warmtepomp om het scherm te activeren.
- Zorg dat je op het beginscherm bent met meerdere icoontjes onderin. Als dat niet zo is, draai aan de knop en selectuur het pijltje rechts onderin en selecteer dit door de knop in te drukken.
- Selectuur het icoontje met het "sneeuwvlokje", door te draaien en de knop in te drukken
- Selecteer "ingst. Mengtemp. menggroep2" en klik
- Draai om de koelwater temperatuur in te stellen en klik
- Meestal wil je deze installen op de laagst mogelijke temperatuur, welke gelijk is aan de hierboven ingestelde minimale koelwater temperatuur.
- selecteer het vinkje en klik om de instelling te bevestigen
- Het pijltje links onderin zal oplichten, klik om het menu te verlaten.